Af en toe ontvang ik zo’n melding van de Google Foto’s app. Je hebt het waarschijnlijk zelf ook al eens meegemaakt, wanneer ze je herinneren aan welke foto’s je trok op deze dag, maar dan één of meerdere jaren geleden. Ze zijn natuurlijk best wel slim bij Google en volgens mij herkent de software wel ongeveer wat er op de foto staat. Daarom zie je dus vlugger herinneringen aan foto’s die je trok van mensen en dieren, in plaats van een foto die je trok van een stukje papier om je te herinneren aan een vergadering bijvoorbeeld.
Zo hadden we bijvoorbeeld in de lente van 2020 een toevallige bezoeker. Zoals je kunt zien (op de foto onderaan) besloten we om hem van eten te voorzien. Sindsdien besloot hij dat het hier bijlange zo slecht nog niet was en dat hij hier wel wou blijven – volledig op zijn eigen voorwaarden natuurlijk.
Hier is een andere interessante foto. Dit was het kantelmoment rond het voorjaar van 2018, waar ik eindelijk ontdekte hoe ik een afgewerkt verhaal kon creëren. Elke dag moest ik een bepaald aantal woorden schrijven en telkens dat lukte, werd de dag aangeduid in oranje. Natuurlijk wou ik het oranje balkje telkens iets verder schuiven en het was dus een effectieve manier om mezelf te motiveren om blijven verder te doen. Uiteindelijk bereikte ik m’n doel en had ik een heel ruwe kladversie van m’n verhaal geschreven. Dat veranderde alles, want vanaf dan was het gewoon een kwestie van criticus te spelen tegenover m’n eigen materiaal.
Weet je wat ik daarna deed? Ik stelde mezelf voor dat iemand anders het verhaal aan mij had gegeven en vroeg om m’n commentaar. Elke verbeterronde was ik heel streng en vond ik allerlei problemen, waar ik vervolgens oplossingen voor moest vinden, wat trouwens niet altijd even gemakkelijk was. Het vergt een bepaald inzicht in hoe verhalen werken en je moet in staat zijn om flexibel te denken. Zo stond Alexander er bijvoorbeeld eerst helemaal alleen voor, na z’n ontsnapping uit België. Er was een heel stuk van het verhaal waarin Alexander niemand had om dialoog mee te voeren, waardoor het de hele tijd een stroom werd van beschrijvingen en gedachten. De scène waar hij bij een verlaten supermarkt even pauzeerde was zelfs eerder somber van aard. Pas wanneer ik een bepaald vrouwelijk personage een stuk vroeger in het verhaal introduceerde dan eerst het geval was, vond ik daarvoor een oplossing.
Het was heel wat herschrijven, maar ondertussen werd ik wel steeds een betere schrijver. Ik merk zelfs dat m’n ruwe kladversies er nu een stuk beter uitzien dan vroeger ooit het geval was. Net dat is belangrijk om te erkennen, want te vaak wil ik mijn ruwe kladversies tegenwoordig niet alleen vergelijken met de beste stukjes uit m’n eerste boek, maar zelfs met het materiaal van topschrijvers. Met dat soort vergelijkingen voelt m’n kladmateriaal natuurlijk aan als rommel en is het moeilijk om te zien hoe het beter kan, terwijl ik voordien van veel slechter kladmateriaal iets moois heb kunnen maken.
Deze foto hierboven, getrokken op 16 februari 2021, heeft ook een interessant verhaal. Rond die periode zat ik met een vervelende catch-22 situatie. Ik wou meer lezers verzamelen voor mijn boek en maakte mezelf de bedenking dat ik dringend meer reviews nodig had. Daarmee geef je natuurlijk je boek meer geloofwaardigheid in de ogen van potentiële lezers. Het probleem is dat slechts een klein percentage van lezers de moeite doet om een review te schrijven, wat het natuurlijk moeilijk maakt wanneer je nog geen honderden lezers hebt verzameld. Het is een beetje zoals wanneer je net een job zoekt en iedereen eist dat je al een paar jaar ervaring hebt. De enige manier om zo’n situatie te overwinnen is om het rechtstreeks aan te vallen, waarna ik een aantal mensen contacteerde en vroeg om een review. Zo leerde ik dus KT Sterling kennen, wat uiteindelijk leidde tot m’n eerste interview voor mijn YouTubekanaal. Dat werd een zodanig goede ervaring dat er daarna een heleboel meer van volgden.
Er zijn waarschijnlijk wel een heleboel redenen waarom we vlug goed overeenkwamen. Eentje ervan is volgens mij, dat we beiden elkaars boek lazen en iets gelijkaardigs erin herkenden. Tuurlijk, het zijn compleet andere genres en verhalen, maar we staken er beiden onze hart en ziel in, gekoppeld met een obsessie om zoveel mogelijk te weten over de technische kant van een goed verhaal schrijven. Die bereidheid om over een bepaald onderwerp alles te lezen en te willen weten is trouwens zeldzamer dan je zou denken. Ik kom het maar weinig tegen en het is dus altijd leuk wanneer je iemand gelijkaardig tegenkomt.
Met vriendelijke groet
Vincent J. Dancet
PS Hier is mijn interview met de varende schrijfster, Viviane Gerits: